Algemene tips voor oplossen van escaperooms
1
Denk niet te moeilijk. De kamer is nooit bedacht voor genieën. Alle informatie die je nodig hebt is in de kamer zelf te vinden. In combinatie met je slimheid; niet je kennis.
2
Goed zoeken. Kijk overal. Maar schroef geen lampen of stopcontacten open. Serie- en fabrieksnummers zijn nooit aanwijzingen.
3
Organiseer. Leg de gebruikte spullen op een vaste plek. Zo doe je niks dubbel. Meestal wordt alles maar 1x gebruikt. Zorg dat wat jij weet, de rest van het team ook weet. Hou niks voor jezelf.
4
Focus op hetgeen je voortgang stopt: wat is er nodig om deze puzzel op te lossen? Welke input heeft het nodig?
5
Het kan efficiënt zijn om de taken te verdelen en niet allemaal op een kluitje dezelfde puzzel op te lossen, maar zorg wel dat iedereen elke puzzel ziet: een ander perspectief kan helpen.
6
Kijk goed naar de sloten: wat is er voor nodig om ze te openen? Een letter- of cijfer- of andere combinatie. Hoeveel posities zijn er? Kijk of je die input herkent in aanwijzingen in de kamer.
7
Trial and error. Als je denkt dat iets zus of zo moet, probeer het dan. Je hoeft bijvoorbeeld niet eindeloos te redeneren over wat het laatste cijfer in een serie van 4 inputs moet zijn; het laatste cijfer is 0 t/m 9, dat kun je snel proberen.
8
Herken codes. Kun je geen logische reden vinden voor de aanwezigheid van een item of een tekst in de kamer? Soms is het decor, maar vaak is het een aanwijzing. Zoek binnen een tekst naar eigenaardigheden (woordkeuze, tekstkleur, hoofdletters etc.).
9
Herken patronen. Soms is er een terugkerend patroon in de puzzels in de kamer. Dit herkennen, kan je helpen bij het oplossen van de kamer als geheel.
10
Zorg voor een goed aantal spelers. Twee is meestal te weinig (input/perspectief) en 7 teveel (kippenhok qua organisatie). Tussen de 3 en 6 is voor de meeste kamers een goed aantal.